Tijdens het NedHIS-congres op 19 maart spraken Albert van der Veer, huisarts en CMIO, en Paulien Schuttinga, praktijkmanager en wetenschappelijk medewerker bij NHG, over hoe we van losse initiatieven kunnen komen tot een gestructureerde, werkbare aanpak. De sprekers gingen in op de mogelijkheden en uitdagingen van zelfmetingen en hoe deze effectief kunnen worden ingezet in de eerstelijnszorg. De presentatie is hier terug te vinden. Vliegwiel wilde hier meer over weten en ging met Albert verder in gesprek over zijn visie en ervaringen met implementatie. Ook geeft hij praktische handvatten voor wie ermee aan de slag wil.
Visie
Albert benadrukt dat digitale zelfmetingen een waardevolle toevoeging kunnen zijn voor zowel patiënt als zorgverlener. Zelfmetingen geven patiënten meer grip op hun gezondheid, doordat ze inzicht krijgen in hun eigen meetwaarden en daardoor actiever kunnen meedenken en meebeslissen over hun zorg. Zo kan een patiënt thuis bijvoorbeeld zijn of haar bloeddruk meten. De meetresultaten worden vervolgens gedeeld met de huisartsenpraktijk – soms nog via een briefje, een telefoontje of per e-mail, maar steeds vaker digitaal via een patiëntenportaal of app. Op het moment dat hij of zij weer een afspraak heeft staan, heeft de zorgverlener deze gegevens vooraf beschikbaar. Dat geeft de mogelijkheid om het consult gerichter en efficiënter te voeren.
Tegelijkertijd is het cruciaal om randvoorwaarden goed te regelen, zoals duidelijke afspraken en communicatie met de patiënt, interpretatie van meetwaarden en het borgen van de kwaliteit van de metingen. Zonder een goede implementatie kunnen zelfmetingen juist extra werkdruk en verwarring veroorzaken.

Knelpunten bij implementatie
Hoewel zelfmetingen veel potentie hebben, zijn er ook uitdagingen bij de implementatie:
Kortom, er is behoefte aan standaardisatie en structurering om een nieuwe werkwijze te implementeren en te omarmen. Zonder heldere afspraken en standaarden blijft het gebruik van zelfmetingen versnipperd.
Handvatten voor de praktijk
Zelfmetingen worden al vrij veel ingezet, maar hoe dit georganiseerd wordt, verschilt sterk per praktijk. Sommige praktijken werken nog met papieren notities, terwijl anderen dit al digitaal hebben geïntegreerd. Idealiter zou dit gestructureerd verlopen, maar dat gebeurt lang niet altijd. Om hierin te ondersteunen, zijn er twee belangrijke hulpmiddelen beschikbaar:
‘De kracht van zelfmetingen ligt in het ondersteunen van de patiënt bij zelfmanagement en eigen regie’
De grens tussen zelfmetingen en thuismonitoring
Een belangrijk onderscheid dat Albert maakt, is het verschil tussen zelfmetingen en thuismonitoring. Waar thuismonitoring vaak impliceert dat de zorgverlener reageert op afwijkende meetwaarden (bijvoorbeeld bij hartfalen), ligt de kracht van zelfmetingen juist in het ondersteunen van de patiënt bij zelfmanagement en eigen regie. Daarnaast helpt het de huisartsenpraktijken een efficiëntieslag te maken in tijden van personeelsschaarste. Zelfmetingen geven praktijken meer inzicht in welke patiënten vaker gecontroleerd moeten worden op de praktijk en bij welke patiënten dit eigenlijk niet nodig is. Dit vraagt anders denken en werken.
'We staan aan het begin van een verandering die echt impact kan hebben – mits we het goed organiseren. Mijn oproep: begin klein, maar begin wél.'
Wil jij als huisarts of praktijkondersteuner zelfmetingen beter integreren in jouw praktijk? Maak gebruik van de beschikbare handvatten en start met een gestructureerde aanpak. Ook de RHO’s kunnen hier een rol in spelen door praktijken te ondersteunen.
Lees meer
Wil jij op de juiste wijze zelfmetingen inzetten bij de patiënt? Gebruik dan dit document: Voorbeeld-protocol zelfmetingen
Heb je ervaringen of vragen over dit onderwerp? Deel ze in de opmerkingen hieronder!