Thuismonitoring
Bij thuismonitoring meten patiënten met een ziekte of aandoening zelf hun waardes en kijkt de zorgverlener op afstand mee. Ze ervaren dit als minder belastend dan (controle)bezoeken aan de zorgverlener. Daarnaast geeft het patiënten een fijn en vooral veilig gevoel dat ze continu inzicht hebben in hun gezondheidssituatie.
“Het scheelt erg veel reis- en wachttijden. En in mijn geval heb ik soms weinig energie en dan is het prettig dat ik niet de deur uit hoef.”
Belangrijkste bevindingen
- 87% van de patiënten ervaart thuismonitoring als (zeer) positief.
- 66% vindt het minder belastend dan ziekenhuisbezoeken.
- 80% voelt zich veiliger en heeft meer grip op hun gezondheid.
Kwaliteit van leven
8 op de 10 deelnemers aan het onderzoek geeft aan dat thuismonitoring een veilig gevoel geeft over het eigen lichaam. Het zelf meten en uploaden van waardes waarbij zorgverleners op afstand meekijken, geeft hen beter zicht op de aandoening. Het gaat dan bijvoorbeeld om het meten van de hartslag, bloedsuiker, zuurstof en bloeddruk. De deelnemers spreken over ‘meer grip op mijn ziekte’, ‘sneller ingrijpen, waardoor opnames in het ziekenhuis zijn voorkomen’ en ‘bij het opspelen van klachten kan ik dit direct checken en heb ik snel uitsluitsel’. Daarnaast geven deelnemers aan dat ze ook met een veel veiliger gevoel de deur uitgaan, bijvoorbeeld op vakantie. Waar ze voorheen alleen vlak na een controle in het ziekenhuis gerustgesteld waren, geeft thuismonitoring hen continu zekerheid. Dit vermindert stress en draagt bij aan de kwaliteit van leven.
Minder belastend
66% van de deelnemers ervaart thuismonitoring als minder belastend vergeleken met een bezoek aan het ziekenhuis. Ze noemen hierbij dat ‘een jaarlijkse controleafspraak voldoende is zolang de gegevens goed zijn’ en dat ‘3 controleafspraken en 6 onderzoeken verminderd zijn naar 1 controleafspraak’. Arthur Schellekens – directeur-bestuurder Patiëntenfederatie Nederland – ziet dit als een positieve ontwikkeling: “Patiënten ervaren thuismonitoring als minder belastend en zorgverleners houden meer tijd over voor patiënten die zij moeten zien. Dit is dus een win-winsituatie. Gezien de groeiende druk op de zorg is dit een kans die we nog beter moeten benutten.”
Slechts een klein deel (10%) die aan thuismonitoring doet, zegt terug te willen naar de fysieke controleafspraken als ze daar morgen de kans voor kregen. “Het beeld dat nog weleens geschetst wordt dat patiënten niet zitten te wachten op vormen van digitale zorg, kan na dit onderzoek voorgoed de prullenbak in,” aldus Schellekens.
“Doordat ik zelf mijn bloed prik op meerdere momenten van de dag, heb ik ook sneller door waar ik qua eten op moet letten, wat wel en wat niet werkt. Op die manier kan ik makkelijker zelf voor stabielere waardes zorgen.”
Investeer in thuismonitoring
Om thuismonitoring in de toekomst vaker en beter in te zetten in de zorg, is er nog veel winst te behalen. Uit het onderzoek blijkt dat het nog niet mogelijk is om bij alle zorgaanbieders te kiezen voor thuismonitoring. Directeur-bestuurder Arthur Schellekens begrijpt daar niets van: “Thuismonitoring is een goed voorbeeld van de zorg beter én efficiënter maken. Dit soort veranderingen in de zorg gaan te traag. Zorgaanbieders moeten hierin investeren.”
Een betere instructie over het gebruik van de applicatie zoals het invullen van meetwaarden en informatie over wie ze monitort, is volgens 21% van de deelnemers ook een verbeterpunt. Schellekens: “We roepen zorgaanbieders op om daar meer aandacht voor te hebben. Alle patiënten moeten de voordelen van thuismonitoring kunnen ervaren, ook zij die digitaal minder vaardig zijn.”
Daarnaast vinden patiënten het fijn als ze bevestiging krijgen na het doorgeven van waardes. We bevelen daarom aan een systeem in te richten waarbij patiënten ten minste 1 keer per week een bericht ontvangen na het insturen van hun waardes. Ook als er geen afwijkende waardes zijn. Dit stelt patiënten gerust dat hun gezondheid goed in de gaten wordt gehouden. Tot slot is het van belang dat de zorgverlener en patiënt samen beslissen of thuismonitoring een optie is. Patiënten willen niet het gevoel hebben dat hen iets wordt opgelegd door de arts waarop ze zelf geen invloed hebben.
“In plaats van een paar keer per jaar, word ik nu elke dag in de gaten gehouden. Dat geeft mij een veilig gevoel.”
Over het onderzoek
Het onderzoek werd uitgevoerd onder ruim 1.700 patiënten die ervaring hebben met (een vorm van) thuismonitoring. Zij namen deel via het Zorgpanel van Patiëntenfederatie Nederland of via verschillende ziekenhuizen. Van de respondenten die op dit moment aan thuismonitoring doen, ervaart maar liefst 87% dat als (zeer) positief. Een groot deel van hen (71%) is hier in de afgelopen 4 jaar mee gestart. Hart- en vaatziekten, diabetes, hoge bloeddruk en longaandoeningen zijn de meest voorkomende aandoeningen onder de deelnemers van het onderzoek.
Meer weten?